donderdag 31 juli 2008

Het einde van de mensheid!

In deze video vertelt Stephen Petranek over 10 manieren waarop we als mensheid 't loodje kunnen leggen.


Number 10: We lose the will to survive.
Solutions:
-Give us insurance for mental health
-Advanced psychoactive drugs

Number 9: Aliens Invade Earth
Solutions:
-Get the State Department working on a plan to meet, greet, and negotiate with an advanced species
-Become an outward-looking, space-faring nation

Number 8: The Ecosystem Collapses
Solutions:
-Spend more money modeling ecosystems
-Create huge biodiversity reserves

Number 7: Particle Accelerator Mishap
Solutions:
-Create an independent board of scientists to oversee accelerator experiments
-Study natural high-energy physics first

Number 6 -- Biotech Disaster
Solution:
-Treat biotechnology with the same security scrutiny we apply to nuclear engineering

Number 5 -- Reversal of the Earth's Magnetic Field
Solution:
-Replenish Earth's ozone layer

Number 4: Giant solar flares
Solution:
-Start terraforming Mars now

Number 3 -- A New Global Epidemic
Solutions:
-Outlaw antibiotics for farm animals and farmed fish
-Get serious about our public health system

Number 2 -- We Meet a Rogue Black Hole
Solution:
-Hurry up that search for another earth-like planet

Number 1 -- A Really Big Asteroid Heads For Earth
Solutions:
-Ramp up NASA's search for asteroids with our name on them
-Figure out how to blow up an asteroid or alter its trajectory

Niet meer ouder worden...


Volgens Aubrey de Grey duurt het niet meer zo lang voordat we allemaal eeuwig kunnen leven.

Er zijn 7 mechanismen die schade veroorzaken en tot ouderdom en de dood leiden, en alle 7 zouden ze kunnen worden bestreden.

Bekijk de video op TED.com maar.

De wiki over de toekomst

The wiki of the future where advancements and changes in biology, electronics, engineering, and society result in many different futuristic scenarios that synergize into scenario-books.

At the Future Wikia, you will find a vast database of ideas pertaining to the discipline of futurology, as well as of current trends, various subject areas, and changes yet to occur. Are we speculative or are we scientific? We're both: we recognize the importance of scientific accuracy and practical realism, as well as that of drastic points of divergence, in the creation of our scenarios.

'De toekomst overkomt ons niet'

Een opmerkelijk pleidooi van de Delftse toekomstonderzoeker dr. Patrick van der Duin: toekomstonderzoek zou een basisvaardigheid moeten worden bij bedrijven en een verplicht vak in het onderwijs. In plaats van geschiedenis, het liefst. Samen met TNO-collega Hans Stavleu schreef hij 'De toekomst in een notendop', een soort stoomcursus toekomstonderzoek. "De toekomst is niet per definitie donker en onbekend."

Uit: TU Delft Integraal 2006-4
Door: Maarten Keulemans

Stel, het is een jaar of dertig verder. We lopen op straat. Wat zien we om ons heen?

"De trend is dat technische veranderingen steeds minder zichtbaar worden. Dus als je letterlijk vraagt: wat zie je op straat, dan zie je niet zo veel. De veranderingen zijn er wel, maar zitten verborgen onder de motorkap en in de omgeving. Ict is onzichtbaar. Winkels zijn er nog, maar ze zullen een andere functie hebben. Ze worden meer een sociale ontmoetingsplaats. Een plek waar je niet zozeer dingen over de toonbank schuift, maar waar je ook dingen kunt doen."

Bij toekomstonderzoek gaat het niet zozeer om het doortrekken van trends naar de toekomst, schrijft u in uw boek, maar vooral om het signaleren van zaken die in de toekomst anders zullen zijn. Welke ontwikkeling zal ons echt verrassen?

"Ik ben gefascineerd door het verschijnsel dat er nu echt empowering van de burger gaat plaatsvinden, op basis van informatieverspreiding. Jan met de pet die precies weet hoe iets in elkaar zit. Daarom worden politici gebombardeerd met mailtjes, worden ambtenaren om de oren geslagen door burgers die beter zijn geïnformeerd dan zijzelf en klagen huisartsen dat hun patiënten zo bijdehand zijn. De aanloop daarvan is al heel lang gaande, maar de komende jaren zal dat pas echt gebeuren. Het is een soort ketenomkering. We komen toch een beetje uit een cultuur waarin de stamoudste gelijk had. Dat gaat nu omklappen: van de reisbureaus die overbodig worden, tot aan de notaris die onder druk staat. Interessant is dat dit soort veranderingen vroeger heel geleidelijk gingen. Nu is het meer staccato. Ook dat zul je steeds vaker zien: iets kan vrij snel gebeurd zijn."

U hebt liever niet dat men u aanspreekt als 'futuroloog'.

"Een futuroloog is een wat ouderwetse term uit de jaren vijftig en zestig: iemand die techniek voorspelt op de lange termijn. Een goede futuroloog is dikke pret, kan hartstikke inspirerend zijn. Ik ben wat nuchterder. Zelf probeer ik wat breder te kijken, en op de korte termijn – tien tot vijftien jaar. In plaats van: over vijftig jaar hebben we een kolonie op de maan. Ik krijg nogal eens uitnodigingen voor lezingen, met de vraag of ik iets kan komen vertellen over de toekomst. Jij hebt je glazen bol, jij kunt ons iets vertellen. Dat soort uitnodigingen houd ik af."

Uw boek laat zich lezen als een soort kookboek: hoe bereid ik een toekomstscenario? Waarom eigenlijk zo'n boek in lekentaal?

"We willen het toekomstonderzoek democratiseren en demystificeren. Iedereen heeft wel wat met de toekomst, maar als puntje bij paaltje komt, zeggen veel mensen: ach, de toekomst kun je toch niet voorspellen. Dat is wel heel makkelijk. In werkelijkheid kun je veel meer: verkennen, scenario's maken, extrapoleren, fantaseren. De toekomst is niet per definitie donker en onbekend. Natuurlijk kun je de toekomst niet zelf maken, het gaat nooit de kant op die je wilt. Maar de toekomst overkomt ons niet. De toekomst is niet iets waar je machteloos tegenover staat. De toekomst biedt wel degelijk vrijheidsgraden."

En dus stelt u voor om 'het vak toekomst een plek te geven in scholen, organisaties en de maatschappij'. Vindt u dat niet wat overdreven?

"Nee. We vinden dat toekomstonderzoek niet alleen het domein mag zijn van een handjevol experts. Studenten komen straks op verantwoordelijke posities terecht. Ze moeten zorgen dat de organisaties waar ze werken er ook in de toekomst staan. Dan moet je toch kunnen vooruitdenken. We leren van alles over innovatie, management, noem maar op. Maar strategisch nadenken over de toekomst, dat leren we niet. We hebben wel het vak geschiedenis, maar geen vak toekomst."

Het verwijt is gemakkelijk gemaakt: toekomstonderzoek is geen wetenschap. Je kunt immers nooit controleren of wat u beweert ook werkelijk uitkomt.

"Nee, de toekomst bestaat niet. De toekomst is niet een ding dat je op je voet kunt laten vallen. Maar dat hoeft het onderzoek niet in de weg te staan. Wetenschap is ook een proces dat aan eisen moet voldoen: onderzoek moet transparant zijn, onafhankelijk, controleerbaar. Als je daarnaar kijkt, is toekomstonderzoek wel degelijk wetenschap. Ik kan op een wetenschappelijke manier onderzoeken hoe mensen met de toekomst omgaan, aan de hand van vragenlijsten, verkenningen en scenariostudies. Als een meteoroloog zegt: morgen regent het, dan is dat ook niet direct te controleren. Maar daarmee is niet gezegd dat meteorologie geen wetenschap is."

Toch schrijft u: 'Veel collega-wetenschappers beschouwen toekomstonderzoekers nog steeds als buitenbeentjes of zelfs als afvalligen'.

"Het is iets obscuurs. De goeroe, de man die je gaat vertellen hoe de toekomst gaat lopen. Een ander aspect is dat veel bedrijven vooral kijken naar de korte termijn. Als je je bezighoudt met de lange termijn, zegt men al snel: dat is heel schattig, maar nu even niet. Leuk, al die bespiegelingen en scenario's, maar vandaag hebben we andere dingen aan ons hoofd. Dan val je als eerste af."

Misschien komt dat ook doordat de verschillen tussen de prognoses soms tamelijk bizar zijn. Futuroloog Ian Pearson van British Telecom verwacht dat we in 2050 onsterfelijk worden, doordat we onze geest dan kunnen uploaden naar een computer. De Engelse astronoom sir Martin Rees geeft de menselijke soort in zijn boek 'Our Final Hour' intussen 50 procent kans om deze eeuw te overleven. Je zou zeggen: er kan er maar een gelijk hebben.

"Kijk, het punt is: een discussie over of we over vijftig jaar onsterfelijk zijn of juist verdwenen van de aardbol, slaat alles dood. Dat is geen discussie. Op dat moment komt die transparantie om de hoek kijken. Prima, mooie uitspraken. Maar nu terugredeneren: hoezo? Waarop baseren Rees en Pearson zich? Wat zijn precies de voorwaarden waaronder ze het gezegd hebben?"
(Denkt lang na): "Ik geloof niet zozeer in Pearson. Ik denk dat mensen huiveriger zijn voor technologie dan hij denkt. En of de wereld over 50 jaar nog bestaat… Tja, ik vind het moeilijk. Maar ik ben wel wat optimistischer."

Intussen zaten toekomstvoorspellingen uit het verleden er vaak helemaal naast.

"Dat klopt. Het merendeel van de voorspellingen valt tegen, in de zin dat ze niet of niet helemaal uitkomen. Maar het punt is dat zo'n voorspelling wel een bepaalde ontwikkeling triggert. Mensen zijn iets gaan doen, en komen vervolgens ergens anders uit dan verwacht. Als je geen beeld hebt, dan kom je ook nergens. Je kunt beter een visie hebben, dan geen visie."

Waarop kunnen we een toekomstvoorspelling dan beoordelen?

"In ons boek noemen we een aantal redenen waarom voorspellingen niet uitkomen. Soms gaat het mis omdat toekomstonderzoekers zeggen: als iets technologisch mogelijk is, dan zal het ook gebeuren. Terwijl mensen daar vaak anders over denken. En de tijdgeest speelt een rol. Voorspellingen zeggen soms meer over de periode waarin ze zijn gemaakt, dan over de periode waarover ze uitspraken doen. Ook kan een voorspelling een bepaald belang weerspiegelen. Het eerste wat je je dus moet afvragen als je een voorspelling leest, is: wie is de voorspeller? Vooral marktonderzoeksbureaus gaan nogal eens de fout in. Ze vragen aan een fabrikant wat er gaat gebeuren. Ja, dan kan er een erg optimistisch beeld ontstaan. Dat is ook een van de boodschappen van ons boek: het toekomstonderzoek moet transparanter. Voorspellen is prachtig, maar laat wel zien hoe je eraan komt. Veel marktbureaus geven geen openheid van zaken."

Noemt u eens een voorbeeld?

"Het is misgegaan met WAP (Wireless Application Protocol, internet voor mobiele telefoons – red). Ik heb eens onderzoek gedaan naar de prognoses over WAP uit de jaren negentig. Die waren heel positief. Maar na de UMTS-veilingen zag je dat die voorspellingen werden bijgesteld. Niet zozeer omdat UMTS als concurrent werd gezien, maar vooral omdat de aanbieders zich realiseerden dat de markt niet zo groot zou worden als men dacht.

Samen met mijn Delftse collega dr. Roland Ortt ben ik een onderzoek aan het opzetten onder de titel Modern Prophets, waarin we willen kijken naar hoe marktonderzoeksbureaus voorspellen. We hopen dat het een onderzoek wordt in de traditie van The Fortune Sellers van William Sherdon, Megamistakes van Steven Schnaars of Megaprojects and Risk van Bent Flyvbjerg. Er is een heel mooie traditie aan het ontstaan van dit soort kritische evaluatieboeken."

Een tamelijk populaire voorspelling uit de futurologie is die van de 'technologische singulariteit', zoals beschreven door kunstmatige intelligentie-pionier Ray Kurzweil, mathematicus Vernor Vinge en meer recent Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft. Volgens die opvatting krijgen onze computers binnen afzienbare tijd zelfbewustzijn, waardoor de mens niet meer de enige intelligente soort is op de planeet, en ook niet meer de slimste. Dat zou leiden tot een situatie die principieel onbevattelijk is voor mensen: de technologische singulariteit.

"Inhoudelijk ben ik niet zo thuis op dat terrein. Maar het doet me wel denken aan iets dat ik laatst hoorde: De Grieken speelden met dobbelstenen, maar kenden geen statistiek. Ze wisten niet wanneer ze geld moesten inzetten, hadden geen flauw benul hoe hun kansen lagen. Zoiets kan nu ook het geval zijn. We spelen een spel waarvan we de regels niet helemaal kennen. We weten wel wat nanotechnologie is en wat internet, maar wat het écht betekent, wat de consequenties zijn, dat is razend moeilijk. Misschien liggen er aan de horizon wel dingen waardoor je nu moet zeggen: we stoppen ermee. Dat zou heel bizar zijn, we zouden dan moeten leren om bepaalde kennis níét te gebruiken, omdat we de effecten ervan gewoon niet kunnen overzien. Je zou kunnen denken aan een milieueffectrapportage-achtige constructie: je mag dit-en-dat pas doen als je kunt aantonen hoe het raakt met andere gebieden."

Hoor ik u nu zeggen dat u voorstander bent van zulke effectstudies?

"Eh… Ja, eigenlijk wel. Het is een beetje als met kernraketten. Als je zo'n ding eenmaal hebt, kun je hem ook gebruiken. Terroristen kunnen ermee aan de haal gaan, een land als Noord-Korea kan moeilijk gaan doen. Dat is een bijeffect waarbij een hardwerkende kernfysicus niet direct stil zal staan. Het is een beetje soft om daarover na te denken, een beetje stichtelijk haast. Maar het is wel goed. Aan de andere kant moet je natuurlijk altijd openstaan voor de goede dingen. Het moet geen technofobe toestand worden. Anders kun je net zo goed weer in je berenvel gaan rondlopen. Die kant dreigt het ook wel eens op te gaan."

U bent alweer bezig met een volgend boek: een pamflet tegen de geschiedenis. In uw huidige boek gaat u ook al hard tekeer tegen die discipline, die u omschrijft als 'het geschiedenisvirus'. Wat zit u toch zo dwars?

"Ik stoor mij eraan dat we zo ongelooflijk veel met geschiedenis bezig zijn. Je staat ervan versteld: de week van de geschiedenis dit, historische musea dat, geschiedenisles verplicht stellen, en op televisie 'Andere tijden' en 'Toen was geluk heel gewoon'. Dat is op zich niet erg, maar waar ik mij aan stoor is dat er iets instrumenteels aan wordt gegeven: de geschiedenis zet zich voort, de geschiedenis herhaalt zich. Van geschiedenis kun je juist bitter weinig leren. We leven in een ongelooflijk dynamische tijd, en of je het nu leuk vindt of niet, dingen veranderen. Geschiedenis wordt daarom steeds minder een goede raadgever voor de toekomst. Ik verbaas me erover hoe gemakkelijk concepten uit het verleden op de toekomst worden toegepast. Het valt me op dat we altijd zo terugkijken. Terwijl… Kijk, nieuwe ziektes vragen om nieuwe medicijnen."